Ze zijn er al enkele weken en de liefhebbers hebben ze allang geproefd. Ik doe niet mee aan de gekkigheid om vast te stellen of ze dit jaar lekkerder zijn dan vorig jaar. Elk jaar worden de “deskundigen” bevraagd en de uitkomst is elk jaar hetzelfde; ja, dit jaar zijn ze lekkerder. Overigens geldt dat ook voor de haring straks en de mossels over een paar maanden.
In dit stukje wil ik het hebben over de asperge als afrodisiacum;(meervoud: afrodisiaca); een lustopwekker, een middel dat wordt gebruikt om de geslachtsdrift te stimuleren.
Is dat verhaal nu waar of niet waar?
Tijd om het internet te raadplegen. Zoekend via de weg van de organische medicijnen, vaak uit India, kom je erachter dat het bij het lustopwekkende middel zou gaan om de Asparagus racemosus. Er zijn meer dan 300 aspergesoorten. De soort die wij gewend zijn te eten is de Asparagus officinalis.
In de Ayurvedische heelkunde gebruikt men deze Asparagus racemosus onder de naam Shatavari (elders heet ze wel satavar of shatamull), of ook wel ‘ginseng voor vrouwen’. In de Ayurvedische heelkunde is shatavari een belangrijk kruid voor de vrouw. De wortel wordt als rustgevend middel gebruikt en helpt het lichaam van de vrouw in balans te houden. Het kruid wordt vooral als afrodisiacum gebruikt en zou de vruchtbaarheid bevorderen. Hiertoe wordt het extract van de wortel en bladeren gebruikt, die verschillende soorten saponine bevatten.Het extract zou een rustgevende werking hebben en goed zijn voor de ademhaling, de spijsvertering en de vrouwelijke geslachtsorganen.
Zowel in Arabische als Indiase teksten uit de 15e en 16e eeuw wordt verwezen naar de lustopwekkende eigenschappen van asperges. Het is daarbij vaak niet duidelijk of het gaat om de asperges officinalis. Overigens worden de asperges racemosus ook gegeten.
Je kunt een en ander natuurlijk ook iets wetenschappelijker bekijken. Een medicus, die lang werkzaam was bij de World Health Organisation (WHO), R.J. Rodiguez schreef een artikel over allerlei afrodisiaca. Over voedsel schrijft hij het volgende
“In most cases, foods of an uncommon variety are somehow associated with sex. Eggs and caviar (fish eggs), for example; or foods which suggest or resemble sex organs (asparagus, celery, onions, carrots, clams, oysters, and so forth.)
Man’s universal attribution of libidinous effects to certain foods originated in the ancient belief in the therapeutic efficacy of signatures: if an object resembled the genitalia, it possessed, so it was reasoned, sexual powers – thus, for instance the legendary aphrodisiac powers of ginseng root and powdered rhinoceros horn.”
Bron “Aphrodisiacs through the Ages: The Discrepancy Between Lovers’ Aspirations and Their Desires – Three Millenia of Search and Experimentation”. http://www.ehealthstrategies.com/files/aphrodisia.pdf
Ik vertaal dat met wat nuchtere Nederlandse spreekwoorden;
“Waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over”
“Als je hart bitter is, zal suiker in je mond niet helpen”
“Honger maakt rauwe bonen zoet”
Zorg dat je lekker eet en zorg dat je dat doet met je lief en zowel het eten als de liefde profiteren ervan. Maar ik geloof niet in causale verbanden.