Elke keer als de Nederlandse aardappel smakeloos en vol butsen, deuken en grijze plekken zitten en je alleen nog maar pasta en rijst zou willen eten liggen ze weer bij de groenteboer: Malta aardappelen. In de lente zijn de primeurs altijd het leukst; de raapstelen, de asperges. Spinazie is er inmiddels het hele jaar.

Maar bij het rijtje hoort de Malta aardappel zeker ook. Bij deze aardappel gaat het eigenlijk alleen om de vroege oogst. Malta is gezegend met een klimaat waarbij het mogelijk is de aardappelen te poten op een moment dat deze in april en mei weer uit de daar kenmerkende rode kleigrond kunnen worden gerooid, vanaf met stenen muren beschermde kleine akkers en met de hand. Ze liggen dan, vanzelfsprekend wat duurder dan we gewend zijn, in de winkels als wij de Nederlandse aardappels niet meer lekker vinden.

Het is geen specifiek ras; sterker nog, elk jaar komen de pootaardappels uit Nederland. Dit jaar gaat het vooral om de Derby-aardappel, een vrij kruimige aardappel. Nog iets opvallends; het was, tot voor enkele jaren, een specifiek Nederlands verschijnsel. De aardappels uit Malta werden of door de Maltezen gegeten of ze worden geëxporteerd naar Nederland. Sinds enkele jaren komt ook de export naar Duitsland, Denemarken, Engeland en Zwitserland op gang. Voor de circa 1.400 aardappel boeren op Malta een mooie aanvulling op hun inkomen.

Volgens mij het lekkerst in een wat grovere raapstelenstamppot, met een flink stuk goede verse worst.

Categorieën: Ze zijn er weer

Laat een reactie achter


Puur Eten